1
God in de hoog' alleen zij eer en dank voor Zijn genade, daarom, dat nu en nimmermeer ons deren nood en schade. God toont Zijn gunst aan ons geslacht. Hij heeft de vrede weergebracht; de strijd heeft thans een einde.
2
U, Vader, U aanbidden wij, wij zingen U ter ere; onwrikbaar staat Uw heerschappij, voorgoed zult Gij regeren. Gij hebt onmetelijke macht, Uw wil wordt onverwijld volbracht. Die Heer' is onze Koning!
3
O Jezus, Die de Christus zijt, des Vaders Eengeboren, Gij hebt ons van de toorn bevrijd en redt wie was verloren. Gij, Lam van God, voor ons geslacht, verhoor ons roepen uit de nacht, erbarm U over allen.
4
O Heil'ge Geest, ons hoogste goed, ten Trooster ons gegeven, heb dank dat Gij ons delen doet in Jezus' dood en leven. Beveilig ons in alle nood, blijf ons nabij in angst en dood, op U steunt ons vertrouwen.