1
O heil'ge Nacht! Wij luist'ren naar Uw zangen, wij zien verheugd op het Licht van Bethlehem. Machten des doods, zij hielden d'aard gevangen, maar blij en troostvo-ol klonk der eng'len stem, laat Oost en West de blijde mare horen, God zond Zijn Zoon als drager van de schuld: Juicht, volken, juicht, uw Heiland is geboren, geeft Go-ode d'eer, want Zijn Heilwoord is vervuld. Geeft Gode d'eer, Zijn Heilwoord i-is vervuld.
2
Leidde Uw ster de wijzen uit het Oosten, o, Heiland, door haa-r licht naar Bethlehem. Wil toch ook ons door Uw genâ vertroosten en trek ons hart door Uwe liefdestem. Laat Oost en West de blijde mare horen, God zond Zijn Zoon als drager onzer schuld: Juicht, volken, juicht, uw Heiland is geboren, geeft Go-ode d'eer, want Zijn Heilwoord is vervuld. Geeft Gode d'eer, Zijn Heilwoord i-is vervuld.
3
Laat ons dan saam de HEERE ere geven, die ons zo trouw e-en liefderijk gedenkt. Wijdt Hem uw kracht, uw hart, geheel uw leven, Die u Zijn Zoon, door Zijn tere liefde schenkt. Laat Oost en West de blijde mare horen, doet al de volken grote heil verstaan: Juicht, volken, juicht, uw Heiland is geboren, God za-ag de mens met welbehagen aan. God zag de mens met welbehagen aan.