Gezangboek.nl
Ps 134 Looft, looft nu aller heren Heer'
Verzen:
J. Worp, D. Sanderman
J. Worp, D. Sanderman
1. Een lied Hammaaloth. Ziet, looft den HEERE, alle gij knechten des HEEREN! gij, die allen nacht in het huis des HEEREN staat. 2. Heft uw handen op naar het heiligdom, en looft den HEERE. 3. De HEERE zegene u uit Sion, Hij, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.
1
Looft, looft nu aller heren Heer', gij zijne knechten, geeft Hem eer, gij, die des nachts Zijn huis bewaakt en voor Zijn dienst in ijver blaakt!
2
Heft uwe handen naar omhoog, slaat naar het Heiligdom uw oog, en knielt eerbiedig voor Hem neer: Looft, looft nu aller heren Heer'!
3
Dat 's Heeren zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal'. Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer: Looft, looft dan aller heren Heer'!