1
Voorwaarts, Christenstrijders, drukt uws Konings spoor. Met Zijn heil’ge kruisvaan gaat ons Jezus voor. Weest voor Zijn bevelen, wat u dreigt, nooit doof; Toont, hoe bang ’t u worde, in Zijn woord geloof. Voorwaarts, Christenstrijders, drukt uws Konings spoor; Met Zijn heil’ge kruisvaan gaat ons Jezus voor.
2
’t Was Zijn woord bij ’t scheiden: "Volg Mij onvervaard, Ook u wordt verdrukking, smaadheid niet gespaard. Maar Ik heb verwonnen ’s werelds vorst; zijn macht zal uw trouw beproeven; Waakt, strijdt in Mijn kracht." Voorwaarts, Christenstrijders, drukt uws Konings spoor; Met Zijn heil’ge kruisvaan gaat ons Jezus voor.
3
Voorwaarts, opwaarts, broeders, Werpt zijn sterkten neêr; Velt, wie tegenstreve, ’t geldt uws Konings eer. Hij heeft overwonnen, heet op ’s Vaders troon, Strijdt, volhardt ten einde. ’t geldt Zijn eer, uw kroon. Voorwaarts, Christenstrijders, drukt uws Konings spoor; Met Zijn heil’ge kruisvaan gaat ons Jezus voor.