1
God en Vader! neem dit kroost Vriendlijk aan uit d’ ouderarmen! U, o bron van heil en troost! Toon de kindren uw erbarmen; Mogen z’ al hun levensdagen ’t Zegel van uw kindren dragen.
2
Heiland! reinig door uw bloed Ook dit kroost eens van de zonden; Stort uw zegen in ’t gemoed, Door de doop aan U verbonden! Leer het bidden, leer het streven, Om hier eens als U te leven!
3
Heilge Geest! wil vroeg en spâ Hen verlichten en versterken; Dat zij door Gods heilgenâ Krachtig zijn in goede werken! Doe z’, als Christus’ echte leden, Delen in zijn zaligheden.