M. Luther (1483-1546)
|
1
Van boven daalt een eng’lenschaar, en maakt aan herders openbaar. Dat God aan mensen vrede geeft, in wie Hij welbehagen heeft.
| 2
Een engel spreekt met blijde stem: ‘Vrees niet, maar ga naar Bethlehem: Een kind ligt in een kribbe neer- ’t is de Gezalfde van de HEER’.
| 3
Geen dag was zo aan vreugde rijk: De Zoon van God werd ons gelijk. Hij werd een mens van vlees en bloed, kwam ons als broeder tegemoet. |
|