1
Als wij wand’len met Hem op Zijn Woord afgestemd, wat een licht werpt Hij dan op de weg. Hij bewaart en behoudt wie zich Hem toevertrouwt en gehoorzaam steeds doet wat Hij zegt. Doe wat Hij zegt, want er leidt maar één weg naar geluk in de Heiland: dat is doen wat Hij zegt.
2
Als de hemel betrekt, ons het duister bedekt, drijft Zijn liefde de wolken weer weg. Want geen vrees blijft bestaan, ook geen zucht en geen traan als wij doen al wat Hij tot ons zegt. Doe wat Hij zegt, want er leidt maar één weg naar geluk in de Heiland: dat is doen wat Hij zegt.
3
Is er nood of gevaar, drukken zorgen ons zwaar, dan gaat Hij met ons mee op die weg. Elk verlies, elke smart zegent Hij aan ons hart, als het alles op Hem is gelegd. Doe wat Hij zegt, want er leidt maar één weg naar geluk in de Heiland: dat is doen wat Hij zegt.
4
Van Zijn liefde zo groot, maakt Hij ons deelgenoot als de lasten Hem voor zijn gelegd. De genade van Hem is voor ieder bestemd die vertrouwt en die doet wat Hij zegt Doe wat Hij zegt, want er leidt maar één weg naar geluk in de Heiland: dat is doen wat Hij zegt.
5
Wij zitten steeds weer, aan zijn voeten terneer, of wij wand'len met Hem op de weg. Naar Zijn wil toegewend, gaan wij waar Hij ons zendt, onbevreesd, omdat Hij het ons zegt. Doe wat Hij zegt, want er leidt maar één weg naar geluk in de Heiland: dat is doen wat Hij zegt.