1
Slechts een heel klein ding was Mozes' staf. Weet je welk een kracht God daaraan gaf? Deze staf geplaatst in Mozes' hand, bracht het hele volk naar d'overkant.
2
Slechts een heel klein ding was Rachabs koord. Maar in groot gevaar had zij gehoord dat het haar kon redden van de dood als ze deed wat Jozua gebood.
3
Slechts een heel klein ding was 't olievat dat een arme weduwe bezat. Maar ze gaf het aan Gods knecht en toen kon de Heer een machtig wonder doen.
4
Slechts een heel klein ding was Davids steen toen hij voor de vijand stond alleen, Goliath viel dood toen dit hem trof. d' Israelieten brachten God hun lof.
5
Slechts een heel klein ding was ik, o Heer', maar wat ik bezit, geef ik U weer. Neem het, Heiland, en gebruik het, want 't kleinste ding wordt machtig in Uw hand.