M. Vulpus (1560-1615)
|
1
Een Kindje werd geboren veel honderd jaar geleen, men had zo lang tevoren al om een Kind gebeen.
| 2
Hij had geen wieg tot slapen, geen huisje tot zijn dak; Hij woonde bij de schapen, sliep in een voederbak.
| 3
Maar toen Hij was gekomen, zong zelfs der eng'len stem. Toen juichten ook de vromen, en knielden neer voor Hem. |
|