W. Croft (1678-1727)
|
1
O God, die droeg ons voorgeslacht in nacht en stormgebruis, bewijs ook ons Uw trouw en macht wees eeuwig ons tehuis.
| 2
Gij zijt, van vóór Gij zee en aard', hebt door Uw woord bereid, altijd dezelfde, die Gij waart, de God der eeuwigheid.
| 3
En duizend jaar gaan als de dag van gist’ren voor U heen, een schaduw, een gedachte vaag, een nachtwaak, die verdween.
| 4
O God, die droeg ons voorgeslacht in tegenspoed en kruis, wees ons een Gids in storm en nacht en eeuwig ons Tehuis. |
|