uit Frankrijk (1803)
|
1
Door druk en kruis moet ik naar huis. Och, doe het mij geloven! Door tegenspoed krijg 'k goede moed, dat brengt mijn harte boven.
| 2
Mijn vreê slechts is vergiffenis van alle mijne zonden. Mijn schulden zijn, o Jesu mijn, op 't kruis tesaâm gebonden.
| 3
Uw kruis, o Heer', zij meer en meer mijn leven en mijn sterven! Dat Jezus' bloed mijn ziele voedt; die gunst ik mocht verwerven!
| 4
Zie op mij neer, o Hemelheer, gekruiste Wonderkoning! Geslachte Lam Uw liefde nam mij in Uws Vaders woning.
| 5
Laat mij het pad ter hemelstad bemoedigd voorwaarts lopen. Uw stok en staf vertroosting gaf en doet mij meerder hopen.
| 6
Die hoop, o God, in 't droevigst lot houdt mijne ziele boven. Schoon 't al verga, Heer', Uw genâ doet mij U eeuwig loven |
|